19 april 2009

Robert Musil : "De verwarring van de jonge Törless"

De Oostenrijkse auteur Robert Musil (1880-1942) debuteerde in 1906 met de roman Die Verwirrungen des Zöglings Törless. Toen ik me enkele maanden geleden verdiepte in De Toverberg van Thomas Mann, riep dit herinneringen op aan Musils onbetwistbare meesterwerk Der Mann ohne Eigenschaften en vormde dit de perfecte gelegenheid om het debuut van Musil ter hand te nemen.

Voor de plot van deze korte bildungsroman baseerde Musil zich op de ervaringen die hijzelf had opgedaan tijdens zijn jeugdjaren op een militaire kadettenschool. Ook hoofdpersonage Törless zit op zo'n elitaire kostschool. Samen met zijn twee vrienden Beineberg en Reiting betrapt hij hun klasgenoot Basini op een kleine gelddiefstal. Beineberg en Reiting besluiten om Basini hiermee te chanteren en beginnen hem te treiteren. De plagerijen slaan al snel om in regelrechte folteringen (zowel mentaal als fysisch) en seksueel misbruik. Deze gebeurtenissen zorgen bij de jonge Törless voor morele en seksuele verwarring. In een poging om de motieven van zowel zijn sadistische kameraden als van de slaafs onderdanige Basini te kunnen begrijpen, neemt hij deel aan de folterpraktijken. Ook Törless zal seksueel misbruik maken van de ondertussen totaal uitgeteerde Basini. Maar door deel te nemen aan de mensonterende spelletjes van zijn kameraden, kan Törless nog steeds geen orde scheppen in zijn verward gemoed. Ook Immanuel Kant en reflectie over schijnbaar onlogische wiskundige axioma's brengen geen verlossing. De ganse situatie bereikt een dramatisch hoogtepunt en Törless zal een keuze moeten maken ...

Hoewel de roman zich eerder toespitst op de analyse van de zieleroerselen van een getormenteerde jongeman en de beschrijvingen van de folterpraktijken derhalve eerder subtiel dan grafisch zijn en derhalve bijna even duister als het geheime achterkamertje waarin ze plaatsvinden, toch veroorzaakte deze roman bij de publicatie een klein schandaal. En inderdaad : de roman heeft geen ellenlange beschrijvingen van fysische of psychische vernederingen nodig om te schokeren. De koele en afstandelijke analyse van een jongeman - die louter uit nieuwsgierigheid en zonder enige emotie te voelen getuige wil zijn van puur sadisme enkel en alleen om de moraliteit van de mensheid te kunnen doorgronden - roept walging op. Wanneer Törless uiteindelijk besluit om zich te distantiëren van Beineberg en Reiting, doet hij dit niet uit medelijden voor het slachtoffer maar ten gevolge van een glasheldere analyse van zijn eigen ziel.

Voor de directie van de school verantwoordt Törless zich als volgt :
"Ik kan het niet anders uitdrukken dan dat ik de dingen in twee gedaanten zie. Alle dingen, ook de gedachten. Wanneer ik probeer verschillen te vinden, zien ze er vandaag net zo uit als gisteren, maar zodra ik mijn ogen sluit komen ze in een geheel ander licht te staan. Misschien heb ik mij met de irrationele getallen wel vergist, want als ik ze mij, om zo te zeggen, volgens de regels van de wiskunde voorstel, doen ze mij heel natuurlijk aan; als ik ze echter simpelweg in al hun vreemdheid bezie, komen ze mij onbestaanbaar voor. Hier kan ik mij best vergissen, ik weet er te weinig vanaf. Maar ik vergiste mij niet in het geval van Basini, ik vergiste mij niet toen ik mijn oren niet van het lichte geruis in de hoge muur kon afhouden, en mijn ogen niet van dat zwijgend bestaan van het stof, dat plotseling oplicht in de bundel van een lamp. Nee, ik vergiste mij niet toen ik het had over een tweede verborgen leven van de dingen, waar men geen aandacht aan besteedt. Ik, ik bedoel dat niet letterlijk - niet deze dingen leven, niet Basini heeft twee gezichten - ikzelf had een tweede gezicht, dat dit alles niet met de ogen van het verstand bezag. Zoals ik voel dat een gedachte in mij tot leven komt, zo voel ik ook dat er bij het aanschouwen van de dingen iets in mij leeft wanneer de gedachten zwijgen. Er is iets duisters in mij, weggestopt onder al mijn gedachten, dat ik met die gedachten niet kan uitmeten, een leven dat zich niet in woorden laat uitdrukken en dat toch mijn leven is ... Dat zwijgende leven benauwde mij, sloot mij in. Er was iets wat maakte dat ik steeds maar bleef kijken. Ik was bang dat ons hele leven zo zou zijn en dat ik het mij alleen maar te hooi en te gras en dan nog fragmentarisch bewust zou zijn ..."

Plots lijkt de hedendaagse plaag van verwarde jongeren die wild om zich heen schietend door schoolgangen lopen, niet meer zo hedendaags. Een verwrongen zelfbeeld en wereldbeeld kan gruwelijke sporen nalaten. In deze zin is de roman tijdloos en het is dan ook niet verwonderlijk dat de roman in 1966 werd verfilmd onder de titel Der junge Törless en daarmee het debuut vormde van de illustere Duitse regisseur Volker Schlöndorff.

Geen opmerkingen: